Interpellatie Commissie Versterking Randstad

maandag 19 februari 2007 23:10

Bij het Rijk merken we dus niets van urgentie. Reorganisatie van het binnenlands bestuur als oplossing en als masqué van het eigen mankeren is dan het antwoord.

MdV,

Na mijn eerdere uitingen over het bestaansrecht van de provincies, het waardevolle van de huidige bestuurlijke structuur, en in het algemeen mijn opvatting dat verandering niet altijd een duurzame verbetering betekent, zal het geen verbazing wekken dat ik in mijn reactie op dit rapport van de commissie Kok uiterst sceptisch zal zijn.

Het rapport doet gelukkig niet veel zaken over, maar maakt gebruik van eerdere gegevens. Daarnaast is het wel zo dat de opvattingen die worden verwoord veelal open deuren zijn. De gekozen woorden zijn modern en passen in het hedendaagse bestuurlijke jargon. Maar veel zaken lijken diepzinnig, met name op het gebied van immigratie, fiscaal regime en het systeem van wetten en regels, maar zijn feitelijk oproepen aan de politiek en het openbaar bestuur om een tegennatuurlijke keuze te maken. “Een overzichtelijk en waar nodig een mogelijk beperkt systeem van wetten en regels, dat uitgaat van vertrouwen in de oplossingskracht en het regulerend vermogen van mensen en organisaties zelf.”  Dat systeem is ons huidige staatsrecht, met de huidige overheidslichamen. Wat wil men dan nog meer. Het is beschamend dat zoiets neergezet kan worden, zwart op wit, in Nederland. Sinds de uitbouw van het Romeinse recht, een verworvenheid van onze cultuur, is de ontwikkeling en verfijning van het recht juist steeds dienstbaar geweest aan het verder tot ontwikkeling brengen van de maatschappij. Daar waar het recht simpel wordt en overzichtelijk wordt gemaakt door de ene baas van het land, daar gaat het mis.

Een belangrijke open deur is de bereikbaarheid. De Randstad heeft haar positie te danken aan haar goede bereikbaarheid, maar zal in de nabije toekomst ten ondergaan aan een achterblijvende bereikbaarheid. Uiteraard hebben we het allemaal over bereikbaarheid en oplossingen, over meer wegen en openbaar vervoer. Uiteraard willen we niet dat de Randstad dichtslibt, en willen we dat de vervoersstromen kunnen blijven doorstromen. Maar oplossingen zijn complex. Het verkeer is een expressie van de interactie van menselijke activiteiten in een bepaalde ruimte. Er is een relatie tussen de menselijke activiteiten en de ruimtelijke spreiding daarvan. Niet altijd is er eerst een weg en daarna een activiteit, vaak is het ook andersom. Omdat er mensen leven op een bepaalde plek met bepaalde strevingen worden wegen aangelegd om die strevingen ruimte te bieden. Waarom leverde de zompige plek Amsterdam wel die dynamiek en het eiland Wieringen die niet. Alle schepen van Amsterdam moesten eerst naar het Noorden, er werd later zelfs een Noord-Hollandskanaal gegraven, maar Wieringen bleef even klein. Dat eiland is even groot als de gemeente Amsterdam, is niet van zompig veen, maar toch telt Amsterdam nu bijna 90 x meer inwoners.

Dat moet ook tot voorzichtigheid manen als we het hebben over ‘de Randstad’. Dat is tenslotte een ooit gepostuleerd begrip, net als het Groene Hart. Dat er een noordvleugel en met een beetje goede wil een zuidvleugel bestaat is tot daaraan toe, maar verder moeten we niet teveel hangen aan dat soort constructies.

MdV,

Als we het over de economie hebben dan merken we dat die zich niet laat vangen. Hoofdkantoren kiezen een eigen strategie en hebben en volgen een eigen logica. De noordvleugel is Amsterdam met zijn forenzenstromen. En omdat de in Amsterdam werkenden van Haarlem tot Almere en het Gooi wonen, kan je van een noordvleugel spreken, zeker als de werkgelegenheid langs zo’n bandstructuur zich ook langs die hele band ontwikkelt. Dat betekent dat je wel gedwongen wordt om vanwege de vele verknopingen een afgestemd beleid te formuleren voor de leefbaarheid, bereikbaarheid, diversiteit, specialisatie, economie en milieu. Als de commissie Kok dat zou bedoelen, dan is dat logisch. Daarom zijn wij ook een voorstander van het model waarbij vooral eerst op vleugelniveau intensief samen wordt gewerkt. Die opgave is al zwaar genoeg.  Zwaar voor wie eigenlijk. Het is de vraag in welke mate de overheid nog autonoom ingrijpend kan sturen. Het gebeurt natuurlijk wel, maar het adagium van de commissie Kok is toch dat we welvarend moeten blijven en dat we daarvoor een stevige economie moeten hebben, en daar veel voor opzij moeten zetten. Dat moderne ambitieniveau voor Nederland lijkt zelfzuchtig. Waarom zou een plek elders niet op de vijfde plaats mogen staan. Moeten wij trots worden op de grootste miljardairdichtheid zoals in Moskou in onze tijd. Is het niet belangrijker dat wij ook omzien naar de zwakkeren in de samenleving, niet allen qua geld, maar ook wat betreft milieu en rust en recreatie. Moeten we alleen maar hoogwaardige woonmilieus hebben voor de nieuwe emigranten, de kenniswerkers van de toekomst. Moeten we alleen maar ruimte geven aan de vliegvakanties van de van welvaart genietende hbo-ers. De wereld is toch van en voor ons allemaal. Een evenwichtige ontwikkeling van de hele wereld moet toch ons doel zijn.

MdV,

De oproep tot urgentie, de nadruk op het momentum, zijn allemaal signalen aan ons dat we te laat zijn als we nu niet beslissen, en dat het woord uit de Spreuken (6:10) “Nog even slapen, nog even sluimeren, nog even liggen met gevouwen handen – daar komt uw armoede over u als een snelle loper” tot vervulling zou kunnen komen. Maar dat is gelukkig niet de echte waarheid.

Uiteraard is het urgentieprogramma belangrijk, en dat zal inhoudelijk ook wel door de meeste partijen worden ondersteund. Belangrijker is echter dat verantwoordelijkheden op het juiste niveau moeten worden opgelost. Als dit een nationaal probleem is omdat het over ongeveer de helft van Nederland gaat, dan moet het Rijk de sturing geven voor zover dat nodig is, en de middelen. Dat laatste zien we op tal momenten juist in het tegendeel verkeren. Coentunnel? Alleen als de regio meebetaalt. Schiphol, alleen als we mogen privatiseren. Almere-Schiphol, alleen als we een tunnel mogen graven. Het Groene Hart, alleen als de provincies het vooral doen. Bij het Rijk merken we dus niets van urgentie. Reorganisatie van het binnenlands bestuur als oplossing en als masqué van het eigen mankeren is dan het antwoord.

Laten wij ons als provincie Noord-Holland niet gek laten maken en blijven doen waar we goed in waren en zijn, namelijk investeren in de eigen provincie, - dat is ook de wens en het programma van de ChristenUnie-SGP - opdat de noordvleugel in ieder geval een vitaal stedelijk gebied blijft, met een levend en vitaal platteland. Waar de bevolking een gezonde samenleving vormt, waarin we omzien naar elkaar en waar we samen de schouders zetten onder de plannen voor onze toekomst.


 

Dit is de bijdrage van Jan Bezemer in de statenvergadering van 19 februari m.b.t. de toekomstvisie op de provincie.

« Terug

Reacties op 'Interpellatie Commissie Versterking Randstad'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2007 > februari