VRAGEN NR. 101

Haarlem, 28 november 2006


Onderwerp: Vragen van mr. ir. J. Bezemer (ChristenUniie-SGP)


De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten mede, dat op 2 november 2006 van het lid van Provinciale Staten, de heer mr. ir. J. Bezemer, de volgende vragen bij Gedeputeerde Staten zijn ingekomen.


Inleiding

Het Amsterdamse Bos

In het Parool van 31 oktober 2006 stond een artikel waarin vanwege bezuinigingen bij de gemeente Amsterdam de suggestie werd vermeld dat het Amsterdamse Bos mogelijk afgestoten zal worden aan het rijk, die het dan zal onderbrengen bij Staatsbosbeheer.

Dit is een teleurstellende ontwikkeling die voorkomen moet worden. Eerder nog heeft het college bij het dossier Laag Holland, de gemeente Amsterdam gewezen op haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de groene gebieden rondom Amsterdam als uitloopgebied voor haar bewoners. Een vroegere generatie Amsterdamse bestuurders heeft vanuit die verantwoordelijkheid het Amsterdamse Bos juist aangelegd.

Indien het Amsterdam ernst is met het afstoten van het Amsterdamse Bos ben ik van mening dat de bedreiging omgezet moet worden in een kans. De provincie, als verantwoordelijk regionaal (provinciaal) bestuur, kan zich positief naar de burgers profileren door de zorg voor regionale recreatiegebieden als een kerntaak te zien en het beheer van die gebieden op zich te nemen. Dat, zoals elders bij de recreatiegebieden, de aangrenzende gemeenten meebetalen aan het beheer en onderhoud blijft uitgangspunt.

Vragen:

1. Heeft het college kennis genomen van dit bericht in het Parool?
2. Is het college niet ook van mening dat een overdracht van het Amsterdamse Bos aan het rijk, i.c. Staatbosbeheer een ongewenste ontwikkeling is?
3. Is het college bereid met kracht te protesteren tegen een dergelijk voorstel, of zelfs maar onderzoek in die richting, bij de gemeente Amsterdam?
4. Is het college bereid indien Amsterdam toch zou overwegen het Amsterdamse Bos af te stoten naar een andere beheerder, te overleggen over een mogelijke overdracht van dit gebied aan de provincie?

Ons antwoord aan Provinciale Staten luidt als volgt:

1. Ja.
2. Nee, niet vanzelfsprekend. Staatsbosbeheer beheert nu al verschillende recreatie- en natuurgebieden in onze provincie.
3. Nee, het staat de gemeente vrij om onderzoek te doen hoe het Amsterdamse Bos het best beheerd kan worden. Dit moet door de gemeente Amsterdam wel zorgvuldig onderzocht worden. Ons is verzekerd door de gemeente dat er nog geen definitieve keuze is gemaakt en dat alle mogelijkheden worden onderzocht, inclusief eventueel beheer als onderdeel van de Noord-Hollandse recreatieschappen.
4. Ja. De provincie sluit niet uit dat het Amsterdamse Bos binnen de totale structuur van de recreatieschappen, beheerd door Recreatie Noord-Holland NV, kan worden ondergebracht. Dit omdat het Amsterdamse Bos duidelijk een regionale recreatieve voorziening is. Vanuit de Vernieuwingsimpuls Openluchtrecreatie is mede om die reden de afgelopen jaren ook al een aantal projecten gesubsidieerd om voorzieningen weer in goede staat te brengen.
   Voorwaarde voor een integratie zou moeten zijn dat er voor de recreant een meer herkenbare beheersituatie ontstaat en er efficiency winst is te boeken in het beheer. Hiervoor dient de gemeente Amsterdam wel eerst intern orde op zaken te stellen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de provincie en/of de recreatieschappen inspringen in een bezuinigingsactie in de beheerorganisatie van de gemeente Amsterdam.