Geen vrije hand burgemeester in cameratoezicht en preventief fouilleren

cameratoezichtwoensdag 26 november 2014 12:19

Burgemeester Ruud Vreeman vroeg van de raad meer vrijheid om cameratoezicht en preventief fouilleren toe te passen en dat achteraf te verantwoorden. Een raadsmeerderheid waaronder de ChristenUnie voelt daar niet voor. Raadslid Edward Koopmans legde in zijn woordvoering, hieronder weergegeven, uit waarom.

Voorzitter, de burgemeester vraagt ons als raad om extra bevoegdheden om zijn taak als handhaver van de openbare orde en veilgheid adequaat uit te kunnen voeren. Hij doet dat in ferme bewoordingen zoals “noodzakelijk dat u faciliteert” en “de door de raad opgelegde beperkingen”. Ik vraag me ten eerste af of dat de manier is om de dialoog met de raad aan te gaan. De gemeentewet zegt immers dat de raad bij verordening de burgemeester de bevoegdheid kán verlenen. En niet móet zoals dat doorklinkt in de woordkeuze van de brief. Anders was het bij wet wel anders geregeld.

Maar goed, de burgemeester geeft vervolgens aan dat hij het is die er op wordt aangekeken en aangesproken, en niet de raad. Als concrete middelen gaat het dan om cameratoezicht en het aanwijzen van een veiligheidsrisciogebied, in de volksmond ‘preventief fouilleren’. Aan deze gereedschappen uit de gereedschapskist, om die vergelijking er meteen maar weer bij te halen, kleven echter grote nadelen als het gaat om privacy. De burgemeester zegt er echter bij dat hij bereid is zijn verantwoordelijkheid te nemen. Oftewel, ‘geef mij alle gereedschappen die er zijn, en vertrouw me, ik zal daar goed en terughoudend mee omgaan en uw vertrouwen niet beschamen’.

Het is ook zeker niet dat wij hem daarin niet vertrouwen. Noch van deze burgemeester, noch van zijn opvolger zouden we dat vertrouwen op dit moment in twijfel willen trekken. Laat dat helder zijn. Maar dit debat heet ‘Veiligheid versus privacy’, oftewel het gaat hier om een afweging, waarbij beide waarden op een soort balans staan. Hoe meer privacy, des te minder veiligheid en omgekeerd. En nogmaals, hoewel we deze en de volgende burgemeester daarin vertrouwen, wil het niet zeggen dat zij eenzelfde balans hebben als wij.

Bovendien gaat het bij het inzetten van genoemde bevoegdheden om meer dan deze balans. Het gaat ook om nut, noodzaak en effect. De gereedschapskist kan wel vol zitten, maar als het niet nodig is om de klopboorhamer te gebruiken en een simpel tikje met de hamer is ook voldoende, dan is het de vraag wie zegt wanneer wat te doen. De wetgever is daarover duidelijk. De raad kán het uit handen geven. De raad móet het niet.

En over nut en noodzaak zegt de wet ook het nodige. Vwb cameratoezicht zegt de gemeentewet dat, naast de noodzaak, het ook getoetst moet worden op de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Oftewel dat ‘cameratoezicht evenredig moet zijn met het doel dat daarmee zou moeten worden bereikt’. En dat ‘met de desbetreffende vorm van cameratoezicht het beoogde doel niet op een andere, minder ingrijpende wijze kan worden bereikt.' Voor wat betreft dat laatste zou je bijvoorbeeld kunnen denken aan extra surveillance. En als het tegenargument wordt dat dat te veel geld gaat kosten, kan ik alleen maar aangeven dat een dergelijk principiële discussie niet op financiële gronden kan worden beslecht. 

Als het gaat om de effectiviteit van cameratoezicht kunnen we er weer een hele rits aan, al dan niet wetenschappelijke, onderzoeken bij halen, maar ook die leveren geen eenduidig beeld. Voor wie er niet op gezocht heeft, hierbij een paar cijfers uit een gezaghebbende Britse evaluatie: In zes van de dertien gebieden die zij onderzochten, bleek sprake te zijn van een 'relatief substantiële afname van criminaliteit in het cameragebied vergeleken met het controlegebied'. Maar slechts in twee gevallen was sprake van een statistisch significant effect en in één van die twee gevallen zou het effect ook een andere oorzaak kunnen hebben. Het gevoel van onveiligheid daalde in twaalf van de dertien gebieden, maar slechts in drie gebieden was sprake van een afname die sterker was dan in het controlegebied. Die afname was echter nergens statistisch significant. De onderzoekers concluderen echter niet dat cameratoezicht niet werkt: mits goed doordacht en uitgevoerd kan cameratoezicht een positief effect sorteren. Oftewel, veel mitsen en maren.

Ook uit het onderzoek dat Intraval hier vorig jaar heeft uitgevoerd kwam geen eenduidig effectief beeld naar voren. Onlangs kwam hier in de commissie de overlast op de Vismarkt en de Hortusbuurt ter sprake, waarbij de burgemeester ook aangaf dat dit het waterbedeffect is dat veroorzaakt wordt door de extra inzet in het A-kwartier. Oftewel, het heeft dan wellicht in het A-kwartier effect gehad, maar, stadsbreed beschouwd, niet.

Wellicht zijn mobiele camera’s dan een oplossing, maar het wetsvoorstel hierover ligt nog bij de Eerste Kamer en de discussie daarover willen we pas voeren als de wetgeving daaromtrent helder is.

Voorzitter, het mag duidelijk zijn. De ChristenUnie ziet op dit moment geen reden om de burgemeester extra bevoegdheden te geven en hecht eraan deze vooralsnog bij de raad te laten.

« Terug

Plaats het eerste bericht!

Nieuw bericht