Gegronde Ontwikkeling. Naar een actief en versterkt grondbeleid bij de Provincie Noord-Holland

maandag 10 juli 2006 11:00

Provinciale Statenvergadering 10 juli 2006, bijdrage van Jan Bezemer

MdV,
Het onderwerp dat nu thema van bespreking is, en van besluitvorming zoals voorgesteld, is van een ongekende breedte.

Eigendom
Het gaat niet alleen over een erg schaars goed op deze aarde, namelijk grond. Immers, slechts 29 procent van de aarde bestaat uit landmassa, de rest is water. Het gaat ook over eigendom. We betreden dan de paden van het recht. Eigendom is volgens artikel 1 van boek 5 BW het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Het staat de eigenaar dan ook vrij, met uitsluiting van een ieder, van de zaak gebruik te maken, mits dit gebruik niet strijdt met rechten van anderen en de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen daarbij in acht worden genomen.
Artikel 24 van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek zegt: Aan de Staat behoren onroerende zaken die geen andere eigenaar hebben. De artikelen 25, 26 en 27 zeggen wat over de zeebodem, de stranden en de grond onder de openbare vaarwateren die alle vermoed worden eigendom van de Staat te zijn. Theoretisch zou men zich af kunnen vragen of dat betekent dat de Staat altijd eigenaar is tenzij duidelijk een ander eigenaar is, of juist andersom, dat eigendom altijd van een private partij is, en pas als dat niet duidelijk het geval is de Staat dan maar de eigenaar moet heten.
Er zijn politieke stromingen die de staatseigendom als ideaal zien of zagen, en andere stromingen die juist het tegendeel willen.
Macht
Het plaatst ons tegelijk voor de vraag hoe we Staat zien. Bij nadere beschouwing van de Trias Politica zullen we de wetgevende en rechtsprekende macht niet snel bezit toedichten als wezenlijk element van de staatsmacht. De uitvoerende macht heeft wel vaak belang bij bezit, want bezit vertegenwoordigt vaak ook macht. De macht van de heersers in de tijd voor de ontwikkeling van de staatsidee, werd daardoor vaak bepaald. Zonder geld geen Zwitsers. De geldbron was zeggenschap, berustend op bezit.
Recht
Is de moderne staat veranderd in een tegenpool. Is de enige passende geldbron de belasting die geheven kan worden van de mensen die onder de staatsmacht verkeren, en moet de staat, de overheid, met dat geld alle privaatrechtelijke acties financieren die zij wil uitvoeren. Is dan aandelenbezit met dividenden als inkomen daar niet mee in strijd. Is dan niet alle private bezit waarmee publieke doelen worden nagestreefd daarmee niet in strijd.
Het vraagstuk van het samengaan van publiekrechtelijk en privaatrechtelijk handelen van de overheid is hiermee aan de orde. De rechtspraak stelt wel dat in beginsel er sprake is van een vrij gebruik van privaatrechtelijke bevoegdheden, maar wat als de publiekrechtelijke weg een vergelijkbaar resultaat oplevert; moet dan niet de publiekrechtelijke weg gekozen worden volgens de rechtspraak.
Bestuur
Ten slotte is aan de orde de prudentie van het bestuur. De uitvoerende macht moet in wijsheid met burgers omgaan, en intern in het overheidslichaam. Want de Provincies en Gemeenten zijn te onderscheiden onderdelen van de Staat der Nederlanden, en kunnen niet los gezien worden van het geheel. En zowel de Staat als de gemeenten hebben grond in eigendom.

MdV,
Als we zo de Nota “Gegronde Ontwikkeling” beoordelen, - die immers inzet van de voordracht is - , dan komen we vanzelf tot een politiek oordeel.

Eigendom
Eigendom betekent het hebben van beschikkingsmacht, en als de provincie dus iets wil bereiken op bepaalde stukken grond is het verwerven van eigendom natuurlijk de meest gemakkelijke manier om het gewenste beleidsdoel te realiseren.
Waarom zou de Provincie die moeten hebben, en niet de Staat in de vorm van het Rijk, of de gemeente die toch eigenlijk het echte grondvlak van de samenleving vormt als het om overheden gaat. In een periode waarin de gemeente als het ideaal wordt gezien van een overheidslaag met maximale democratische legitimatie, en waar de overheid het meest dicht bij de burger staat, zou de provincie zich beter wat terughoudender kunnen opstellen.
In de nota wordt verstandig positie gekozen. Dat is het duidelijkst merkbaar indien het gaat over het exploiterend grondbeleid. Allereerst wordt de taak neergelegd bij de gemeenten en de private partners, pas daarna worden varianten voorgesteld met een toenemende participatie van de provincie, met uiteindelijk het provinciale model. In dat geval moet er wel sprake zijn van een bovengemeentelijk belang.

MdV,
Wil de provincie een volwaardige rol in het middensbestuur innemen, dan moet gezocht worden naar de behartiging van bovenlokale en regionale belangen. Net zo goed als provinciale recreatiegebieden, wegen en vaarwegen daartoe behoren of kunnen behoren, zijn bovenlokale en regionale grondexploitatiegebieden dan niet alleen voorbehouden aan samenwerkende gemeenten, maar mag juist de provincie hier een eigenstandige rol innemen.
Dat vraagt wel om prudent bestuur, waarbij een zorgvuldige omgang met vooral de gemeenten van belang is. De provincie als hogere overheid moet op prudente wijze met haar macht omgaan.

Prudent bestuur.
Voorafgaand aan het exploiterend grondbeleid is er het taakgebonden en anticiperende grondbeleid, en zelfs wel het strategisch grondbeleid als het om de niet winstgevende functies gaat. Eigendom in dienst van de openbare samenleving, in dienst van het algemeen belang. Natuur brengt niets op in directe particuliere zin, maar is wel als element van de openbare samenleving van belang. Dat geldt ook voor de grotere recreatiegebieden. Ten slotte is zelfs ondersteuning van de submarginale landbouwgronden daaronder te rekenen.
We hebben het hier vooral over taken van regionale en provinciale proporties. De overheid komt op voor de publieke belangen die niet door particulier initiatief duurzaam zullen worden opgepakt. Het gaat in die gevallen ook meestal om aankopen van gronden met agarische bestemming. In dergelijke aankoopgevallen gaat het dus ook nooit om het maken van winst met behulp van de schaarse grond, maar om het effectueren van beleidsdoelen door middel van die gronden, of ze nu rechtstreeks kunnen worden ingezet, of als ruilmiddel voor een ander stuk agrarische grond. Dat de overheid in planologisch opzicht heel sturend bezig is om zo zuinig mogelijk met de schaarse grond om te gaan, en zoveel mogelijk grond wenst te sparen voor open en groene bestemmingen doet recht aan de oorsprong van de schepping.

MdV,
De aarde en de schepping vormen een ecologisch systeem dat zichzelf in stand kan houden. God heeft rekeninggehouden met een aarde waar eerst maar enkele mensen woonden en later veel meer. Wij zijn in die zin rentmeesters en geen eigenaren. Een goed overheidsbestuur houdt met die notie rekening. Gelukkig zien we dat in heel veel wet- en regelgeving terugkomen. Die wet- en regelgeving vormen zonder meer al een beperking op het begrip eigendom als het meest omvattende recht om met dat eigendom te doen wat je wilt. Eigendom brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee en betekent niet uitsluitend macht.

Macht.
Het zijn ook de nieuwe wet- en regelgeving die aanleiding vormen tot een actiever grondbeleid. Het gaat om structuurvisies die de provincie gaat verbinden aan ontwikkelingsstrategie en meerjarenprogramma’s. De burger wordt – lijkt het – nog meer geprogrammeerd gestuurd. Van toelatingsplanologie naar ontwikkelingsplanologie. Gebeurt er niets dan gaat de provincie zelf aan de slag. Het is duidelijk dat het bijpassende instrumentarium meer bestuursmacht zal uitstralen en daadkracht zal ondersteunen.
Niet alleen prudent bestuur is dan belangrijk maar ook een zuivere taakopvatting van de rol en taak van de overheid op een bepaald beleidsveld. Het is dan belangrijk dat er grenzen gesteld kunnen worden door gekozen volksvertegenwoordigers als legitimatie van het democratisch gehalte. Een enkele maal wordt in het voorliggende stuk nadrukkelijk de besluitvorming door GS genoemd, waar mogelijk PS - besluit beter ware geweest. Het kan niet zo zijn dat het vaststellen van deze nota kan leiden tot een vrijbrief voor het strategisch aankoopbeleid. Hoewel straks middels de door PS vastgestelde structuurvisie en Meerjarenprogramma de kaders gesteld lijken, is de vinger aan de pols toch belangrijk.

MdV,
Niet voor niets wordt in de inleiding gesteld dat de provincie zich inzet voor een regionaal afgestemd, geïntegreerd grond- acquisitie en vestigingsbeleid. Daar liggen allerlei aanknopingspunten om strategisch verder te gaan dan de bedoeling in eerste instantie is. Als het alleen zou gaan om groene functies, zou de strategische betekenis zich richten op een deel van de openbare voorzieningen die zonder overheid niet of zeer moeilijk tot stand zouden komen, en zou het aspect macht een mindere rol spelen. Anders is dat als grote financiële en economische belangen een rol gaan spelen. De overheid kan dan op twee velden gaan spelen.

Recht.
Zodra grondposities worden ingenomen en risico’s kunnen gaan optreden, en verevening moet plaats vinden, zal de provincie voluit overheid moeten kunnen blijven. Hoe worden nu al niet bij grote projecten publieke en private partijen in een innige omstrengeling gebracht. Kan de overheid in die gevallen haar onafhankelijke positie wel handhaven. In vroeger tijden waren vorsten afhankelijk van geldschieters voor de financiering van hun legers, of beroofden werelddelen van hun zilver, sommige pausen hadden de aflaathandel nodig, en ook nu nog heeft de staat voor haar schuld staatsleningen nodig. Is het niet beter als de overheid genoegen neemt met de opbrengst van de belasting, en geen binding aan gaat met private partijen.
Het is, blijkt uit de genoemde voorbeelden, niet een moderne figuur, die samenwerking. Het is wel van groot belang dat de functiescheiding in stand gehouden wordt. Het mag niet zo zijn dat het geloof - bijvoorbeeld het behoud van de ziel bij het kopen van een aflaat – aangepast wordt aan de behoefte aan geld of risicoafdekking.

MdV,
In dit dossier heb ik eerder gewezen op het voorbeeld van Jozef in Egypte die in de zeven vette jaren de Farao aanbeval 20% per jaar op te sparen voor de nog komende zeven magere jaren. Er werden voorraadschuren gebouwd en graan opgekocht, of als belasting geheven, en dat betekende later het behoud van Egypte en de familie van Jozef en vele anderen. De termijn lijkt te kort voor strategisch beleid, maar is er zeker aan verwant. Maar het ging niet zover als later toen een andere Farao zich het volk Israël tot slaven maakte. De macht ging zich te buiten in misbruik van de eigendomspositie over een heel volk.

MdV,
Later gaf God de bevrijding, de exodus, van Zijn eigendom. Eigendom is een hele verantwoordelijkheid, waarbij opkomen voor het recht van de zwakken en verdrukten - en die zijn er ook onder de beleidsdoelen van de provincie – meer verantwoordelijkheid voor de provincie kan betekenen dan strategische aankopen voor gebiedsontwikkeling.
Voor het overige wordt in hoofdlijnen ingestemd met de nota.

« Terug

Reacties op 'Gegronde Ontwikkeling. Naar een actief en versterkt grondbeleid bij de Provincie Noord-Holland'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.