MdV,
Ik heb mij meermalen uitgesproken over de huisvesting, en ook deze keer wil ik weer de waarschuwende vinger opheffen tegen de huisvesting van de provincie.
Wij worden gevraagd in te stemmen met de restauratie van het Paviljoen Welgelegen. Als ik hier de zin met een punt zou kunnen beëindigen zou ik zonder meer instemmen. Ook met het bedrag. Het Paviljoen is een soort kanjermonument, staat hier en daar te boek als voormalig paleis, huisvest ons nu, en alleen al daarom zijn wij schatplichtig aan een dergelijk voorstel.
Er staan in de voordracht echter ook een aantal uitgangspunten van de restauratie beschreven die natuurlijk gaan over het feit dat wij hier blijven vergaderen als staten en als commissies. Omdat ik verwacht dat voor het vergaderen de faciliteiten niet een grote sprong voorwaarts zullen betekenen, blijf ik waarschuwen tegen dit voornemen.
De hele provincie houden we voor dat we innovatief bezig moeten zijn, modern en vooruitstrevend; we gaan voor kennis en innovatie, en uitgerekend degenen die dat anderen voorhouden gaan zelf een oud gebouw aanpassen om daar te kunnen vergaderen. Alle voornemens ten spijt, en alle inzet die gedaan zal worden, zal het toch altijd suboptimaal blijven. Natuurlijk is het bestuurscentrum representatief, maar moeten de commissievergaderingen daarin delen, en dan tal van andere beperkingen voor lief nemen? Als u vraagt om die beperkingen nu te noemen, dan kan ik ze niet zo noemen, maar ze zullen er zijn. Zoals het nu behelpen is met microfoons, om van Internetaansluitingen straks op de tafels maar te zwijgen, zal het straks ook behelpen blijven, want we blijven de bestaande ruimtes gebruiken.
Bij volledige nieuwbouw kan innovatief worden gewerkt, kan het nieuwste worden toegepast, kunnen we voorop lopen en een voorbeeld vormen voor anderen. Nu zullen we een museum blijven, waarin we ook nog vergaderen. En dat niet voorop lopen geldt niet alleen voor Welgelegen, maar ook voor de kans op echte samenvoeging van ambtelijk apparaat en bestuursapparaat.
Ik vertrouw erop dat de door mij veroorzaakte bestuurlijke drukte er niet toe zal leiden dat de bouwkosten nog verder zullen oplopen.
Ik stem in met het krediet, - we moeten verder - maar met de gemaakte opmerkingen als kanttekening.