MdV
Het doet mij goed dat het merendeel van de jaarrekeningen zonder veel opmerkingen zijn goedgekeurd. Er was kritiek hier en daar, en terecht. Dit resultaat zou kunnen betekenen dat we er nu bijna zijn. Dat is evenwel een te snelle conclusie. Vanwege het indienen van jaarstukken is er in de nieuwe statenperiode – althans bij mijn fractie – ook meer oog gekomen voor de begroting. Een begroting is noodzakelijk natuurlijk zou je zeggen. Maar een situatie die going-concern lijkt te zijn, is vanwege de dualisering en iets grotere geldstromen opeens toch anders. Vanwege allerlei vertraging is de rekening 2004 pas laat in de commentaar situatie gekomen en konden de lessen daarvan niet meer in het jaar 2005 worden toegepast. In 2006 zal pas een echte effectuering van aanpassingen kunnen plaats vinden.
Dat houdt o.a. in dat we een begroting hebben opgesteld, met geraamde budgetten voor activiteiten. Indien we dan uitgaan van het duale stelsel en nadruk leggen op de volksvertegenwoordigende rol, dan blijkt de indeling van de rekening wat scheef te staan op die werkelijkheid. Immers, de hoofdindeling sluit niet aan op die werkelijkheid.
De post ‘verantwoording afleggen aan de kiezer’ of ‘het brengen van werkbezoeken’ zijn posten die niet genoemd worden. In de jaarrekening moet dat nu terug gebracht worden tot fractiekosten, externe bijeenkomsten, consumpties en reiskosten. In die zin is de rapportering in de jaarrekening geen uitnodiging om beleidsmatig te sturen.