Veldleeuweriken in Blauwestad

csm_Boerderij_in_de_Stadspolder_869200dedcvrijdag 24 juni 2016 14:53

Je hoort de laatste tijd veel over het begrip 'natuurinclusieve landbouw'. Maar wat is het eigenlijk? Of beter: wat kan het worden, in de provincie Groningen? Of is het zo'n mode-woord, waar je over een tijdje niets meer van verneemt?

Om daar achter te komen, kwam in het havenkwartier van Blauwestad een groepje mensen van natuurorganisaties, boeren en beleidsmedewerkers bij elkaar. Ze kregen korte inleidingen van het Louis Bolk Instituut, de stichting Veldleeuwerik en BoerenNatuur. Waarna we keken wat we met dit fenomeen in Groningen kunnen doen.

Dus, wat is het?

Jan Willem Erisman, hoogleraar aan de Vrije Universiteit (Amsterdam) en verbonden aan het Louis Bolk Instituut (Wageningen), zei het min of meer zo: het is een manier van landbouw bedrijven, waarin landbouw en natuur weer meer met elkaar in evenwicht worden gebracht.

Erisman staat een landbouwsysteem voor ogen, dat gebruikt maakt van de meerwaarde die de natuur te bieden heeft. Waarin biodiversiteit een noodzakelijke voorwaarde is voor de voedselproductie. Dit veronderstelt dat je als boer veel meer uitgaat van een goed bodemleven, dat de bodem vruchtbaar houdt, en dat boeren zeer terughoudend zijn met zaken als kunstmest en pesticides.

Nederland is de absolute top in de landbouw. Nergens anders wordt per vierkante kilometer zoveel kwalitatief goed voedsel geproduceerd.  Maar dat heeft wel een prijs, wordt zo langzamerhand duidelijk. 
De bodem raakt uitgeput, de biodiversiteit op landbouwgrond neemt af.  De vogelrijkdom op graslanden wordt steeds meer iets van vroeger, zei Wilfred Alblas van Natuurmonumenten dinsdag. 'Mensen vragen ons vaak: wat is er gebeurd? Het is zo stil op het platteland.'

Hedwig Boerrigter van de stichting Veldleeuwerik  liet zien hoe akkerbouwers natuurinclusief kunnen boeren. En Alex Datema (Briltil), die tegenwoordig voorzitter is van de landelijke koepel BoerenNatuur, onderstreepte de noodzaak daarvan.  Het gaat niet om biologische landbouw, maar wel om een manier van boeren die wat dichter bij de natuur staat.

Het mooie was, dat je tijdens de lezingen door de openstaande ramen allemaal vogels hoorde. Hoofd Blauwestad René Perton, in privé-tijd ook akkerbouwer, heeft namelijk vlak bij het havenkwartier graan ingezaaid met akkerranden vol bloemen. En daar komen veldleeuweriken op af. Hun gezang drong door in het gebouw.

Na de inleidingen volgde een goede discussie, waar ook LTO volop aan deelnam. Zo werd de basis gelegd om hier de komende tijd mee verder te gaan. Want ondanks de verschillen in standpunten raakten we goed met elkaar in gesprek. Dat vind ik een goed teken.

Het is de moeite waard om te kijken of natuurinclusieve landbouw voor op het gemiddelde boerenbedrijf economisch gezien ook uit kan. Daarom wil Erisman en consorten op landelijke schaal een pilot beginnen, om aan te tonen dat deze andere manier van boeren rendabel is.

In Groningen hebben we best een reputatie opgebouwd met de akker/vogelranden. En qua agrarisch natuurbeheer doen we ook volop mee. Dus dat we zo'n pilot ook naar Groningen moeten halen, vind ik eigenlijk wel logisch.

Het is, kortom, een typisch geval van: wordt vervolgd!

« Terug