Door een forse overschrijding van het budget voor de revitalisatie kwam het museum binnen dit jaar in financiële problemen. Deze situatie is deels ontstaan door slecht financieel beheer van het museum zelf en deels door externe invloeden die het museum zelf niet in de hand had. Onduidelijk was of de afspraken tussen gemeente en Museum als 2 opdrachtgevers, met elk een eigen deel van de verbouwing, wel helder waren. Het Museum ging ervan uit dat tekorten op haar deelproject verrekend konden worden met overschotten op het gemeentelijke deelproject!

Wij onderschrijven als fractie het uitgangspunt van het college dat voor de oplossing van de ontstane problemen het museum zelf verantwoordelijk is en blijft. Het museum heeft inmiddels zelf de nodige maatregelen getroffen om de ontstane situatie het hoofd te bieden. Zo is de begrotingssystematiek aangepast zodat er sterker gestuurd kan worden; verder heeft het museum maatregelen getroffen om te bezuinigen op de bedrijfsvoering en personeelsformatie. Ook heeft de Triodos Bank het Museum een extra lening verschaft en wordt de rekening courant verlengd.

Toch ontkomt het Museum er niet aan de gemeente te vragen financieel bij te springen. De oplossing wordt gezocht in het activeren van een krediet die middels een huurverhoging in 20 jaar terug betaald moet worden. Wij kunnen ons vinden in deze optie, maar vinden 20 jaar wel een lange termijn. Doorslaggevend is dat dit het Museum meer financiële ruimte geeft en een lagere druk op de exploitatie. De verantwoordelijkheid voor het oplossen van de financiële problemen blijft op deze manier bij het Museum zelf liggen. De accountant stelt dat het museum met het meerjarenperspectief scherp aan de wind zeilt. Tegenvallers in de komende jaren kunnen al snel tot problemen leiden.

Wat ons betreft zal het museum, in nauwe samenwerking met de gemeente, alle zeilen moeten bijzetten om de wind in de zeilen te houden. De fractie is zich bewust van de kwetsbare situatie waarin het Museum zich bevindt. Daarom denken wij dat de genomen maatregelen, zoals het ingestelde preventieve toezicht, een goed instrument zijn. Wij zijn blij met de toezegging van wethouder Schroor in de raadscommissie dat de raad half jaarlijks op de hoogte wordt gebracht van de actuele situatie van het Museum. Met een nieuwe gemeentelijke bijdrage zijn de problemen voor de korte termijn opgelost. Echter de toekomst van het Groninger Museum is er een met veel onzekerheden, bijv. ongewisse bezoekerscijfers, bezuinigingen van provincie en gemeente en het nog invullen van een onderhoudsprogramma. De tijd zal leren of met de getroffen maatregelen, het Museum in staat is deze onzekerheden te dragen.

Martin Verhoef, gemeenteraadslid